Rechtspraak
Kern
Op vordering van Azivo is eiser door de kantonrechter veroordeeld tot, kort gezegd, betaling van een bedrag van € 449,25 aan achterstallige premies uit hoofde van een tussen hen bestaande ziekenfondsverzekering. Het bedrag van € 449,25 tot betaling waarvan eiser is veroordeeld, omvat blijkens rov. 4 van het vonnis mede het bedrag van € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten. In rov. 7 heeft de kantonrechter evenwel overwogen dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. In dat licht is niet begrijpelijk dat desalniettemin het bedrag van € 449,25 (in plaats van een bedrag van € 270,75) is toegewezen.
Volgt vernietiging van het vonnis van de kantonrechter. De Hoge Raad doet de zaak zelf af.