Rechtspraak
Op verzoek van de Officier van Justitie worden twee bestuurders van een stichting geschorst in afwachting van de ontslagprocedure. Artikel 19 Rv bepaalt dat de rechter partijen over en weer in de gelegenheid stelt hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, één en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Dit artikel staat er echter niet aan in de weg dat de rechter met het oog op de ernst van de aan het verzoek tot schorsing van bestuurders en benoeming van tijdelijke bestuurders ten grondslag gelegde feiten of de spoedeisendheid van de verzochte voorzieningen, tot het treffen daarvan overgaat zonder de bestuurders vooraf te horen (zie HR 20 april 2007, NJ 2007, 241). Uit het proces-verbaal is gebleken dat de verdenkingen dermate ernstig zijn dat de vordering van de Officier van Justitie wordt toegewezen.