De Medewerkers hebben allen de Nederlandse nationaliteit en wonen in Israël, waar zij werkzaam zijn op de Nederlandse ambassade in Tel Aviv of op het aan die ambassade verbonden Nederlands Informatiekantoor in Jeruzalem. De Staat voert al sinds geruime tijd wereldwijd ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van lokale medewerkers het beleid dat deze arbeidsvoorwaarden in overeenstemming dienen te zijn met hetgeen ter plaatse gebruikelijk is. Onder ter plaatse gebruikelijke arbeidsvoorwaarden wordt verstaan het geheel aan arbeidsvoorwaarden (primair, secundair en tertiair) dat gebruikelijk is bij de zogenaamde markers. Als markers worden aangemerkt diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van andere staten, internationaal opererende bedrijven en internationale organisaties. Voor iedere post geldt een bepaalde mix van markers. Eenmaal per vier jaar worden alle arbeidsvoorwaarden herzien aan de hand van de uitkomst van dit markeronderzoek. Op de arbeidsovereenkomsten met de medewerkers is een incorporatiebeding van toepassing.

In 2001 heeft een nieuw onderzoek plaatsgevonden. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is een aantal arbeidsvoorwaarden ten nadele van de medewerkers gewijzigd.

De Medewerkers vorderen dat de Staat zal worden veroordeeld tot afgifte van het markeronderzoek en alle daaraan ten grondslag liggende stukken, zoals de Staat dit heeft uitgevoerd ter onderbouwing van de vaststelling van de arbeidsvoorwaarde regeling 2004, zulks inclusief de daaraan ten grondslag liggende onderzoeksresultaten en een weergave van de daarbij gebruikte onderzoeksmethodieken.

De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. Het hof oordeelt dat niet is voldaan aan de criteria van artikel 843a Rv. De medewerkers hebben geen rechtmatig belang (er is eerder sprake van een fishing expedition). Daarnaast kunnen de medewerkers niet worden aangemerkt als partij die in de rechtsbetrekking staat tussen de Staat en de markers en die tussen de respectieve markers en hun medewerkers.