Rechtspraak
Aan de orde is de vraag of tussen partijen een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen op basis waarvan Beiaard aan eiser een schadevergoeding van € 12.500,- dient te betalen wegens kennelijk onredelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Eiser heeft bij faxbericht van 19 februari 2008 van zijn advocaat een aanbod aan Beiaard gedaan. Bij faxbericht van 12 maart 2008 heeft haar advocaat dit aanbod namens Beiaard aanvaard. Beiaard heeft weliswaar aangevoerd dat zij helemaal niet akkoord was met de inhoud van het aanbod van eiser, maar dit kan haar in deze procedure niet baten. Vast staat dat Beiaard tijdens het gehele onderhandelingstraject is vertegenwoordigd door haar advocaat. Nu Beiaard geen feiten en/of omstandigheden naar voren heeft gebracht op grond waarvan moet worden aangenomen dat haar advocaat niet over een toereikende volmacht beschikte, heeft eiser mogen aannemen dat haar advocaat} bevoegd was om namens Beiaard een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Beiaard heeft evenmin feiten en/of omstandigheden gesteld op basis waarvan moet worden aangenomen dat eiser zou hebben moeten begrijpen dat zij - anders dan haar advocaat had geschreven - het aanbod niet had willen aanvaarden. eiser heeft de inhoud van het faxbericht van haar advocaat dan ook redelijkerwijs mogen opvatten als een onvoorwaardelijke aanvaarding door Beiaard van zijn aanbod. Op grond van artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek kan door Beiaard derhalve geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met de inhoud van voornoemd faxbericht overeenstemmende wil.