Rechtspraak
De kernvraag is of de door het Sociaal Plan geboden salarisgarantie onverkort geldt bij aanvaarding door werknemer van een functie die twee schalen lager is gewaardeerd dan zijn oorspronkelijke functie.
De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat bij de uitleg van een CAO-bepaling, de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst en een eventuele schriftelijke toelichting daarop (die voor zover van belang tot 22 september 2005 ontbrak), in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn. Daarbij komt het dus niet aan op de bedoelingen van partijen bij het Sociaal Plan, voor zover die bedoelingen niet kenbaar zijn uit de tekst van het plan, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven uit de tekst volgt.
Gelet hierop komt de kantonrechter, het bovenstaande in aanmerking nemend, tot de slotsom dat [eiser] in zijn geval aanspraak kan maken op het bij art. 4.1 van het Sociaal Plan geformuleerde uitgangspunt dat hij als werknemer die als gevolg van de reorganisatie een andere functie heeft aanvaard, waaraan een lager functieniveau is verbonden, er in salaris niet op achteruit zal gaan, nu immers uit niets blijkt dat er in het Sociaal Plan op dat punt onderscheid wordt gemaakt tussen een “passende functie” (van maximaal 1 schaal lager) en een “geschikte functie”(van in dit geval 2 schalen lager).