Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Eiser is werkzaam als schilder. Tussen partijen zijn de drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten. Op deze overeenkomsten is de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het schilders- afwerkings- en glaszetbedrijf van toepassing. Artikel 8, lid 3, van de CAO luidt: “In afwijking van het in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek geldt dat: een opeenvolgende derde overeenkomst voor bepaalde tijd geacht wordt te zijn overeengekomen voor onbepaalde tijd indien de drie overeenkomsten elkaar binnen 31 kalenderdagen opvolgen; een overeenkomst voor bepaalde tijd opgevolgd mag worden binnen 31 kalenderdagen door een nieuwe overeenkomst voor bepaalde tijd die dan van rechtswege eindigt mits de twee opeenvolgende overeenkomsten de duur van 12 kalendermaanden niet overschrijden.”

Eiser is tijdens de derde arbeidsovereenkomst arbeidsongeschikt geworden wegens ziekte. Het UWV weigert hem een uitkering omdat zij van mening is dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De eiser spreekt de werkgever aan op loondoorbetaling.

De kantonrechter oordeelt echter als volgt. De eerste ingaande 16 april 2002 voor de duur van zes maanden. Deze is opgevolgd door de tweede arbeidsovereenkomst, ingaande 16 oktober 2002 en eveneens voor de duur van zes maanden. De derde overeenkomst is eveneens voor de duur van zes maanden gesloten en heeft als ingangsdatum 16 april 2003. Deze laatste overeenkomst leidt in beginsel ingevolge het stelsel van artikel 8, lid 3, onder a van de CAO tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Echter, overeenkomst nr. 1 en nr. 2. overschrijden de twaalf maanden niet. Overeenkomsten nr. 2 en nr. 3 overschrijden eveneens de twaalf maanden niet. Derhalve eindigt deze derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van rechtswege. De bepaling van artikel 8, lid 3, onder b, van de CAO brengt een beperking aan op het beginsel dat de derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur geacht wordt voor onbepaalde duur te zijn aangegaan. Vorderingen van eiser worden afgewezen.