Kern van het geschil is of de brief van werknemer van 24 augustus 2007 naar toon en inhoud een onoorbare bejegening van de rector betekent, dusdanig ernstig dat deze een (dringende) reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst oplevert. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval. De uitlatingen van werknemer waren een logisch gevolg op een eerder ongenuanceerde uitlating van de rector jegens werknemer. Het had op de weg van werkgever gelegen andere maatregelen te treffen (zoals een disciplinaire maatregel), dan de ontslagroute te bewandelen.