Rechtspraak
Friesland Foods heeft in kort geding opheffing van de blokkades van zuivelfabrieken door leden van de Dutch Bairy Board (DDB) gevorderd. Volgens Friesland Foods zijn deze blokkades onrechtmatig. DDB heeft de onrechtmatigheid van de blokkadeacties betwist. Volgens DDB kan in deze zaak een parallel getrokken worden met de bepalingen van het Europees Sociaal Handvest (hierna ESH), waarin in artikel 6 aanhef en onder 4 een recht op collectief optreden wordt erkend indien er sprake is van belangengeschillen. Indien een collectieve actie gedekt wordt door het ESH, dan is deze in beginsel rechtmatig ondanks de mogelijk negatieve gevolgen. Hoewel in dit geval geen sprake is van een werkgever-werknemer verhouding zoals bedoeld in het ESH, kan het ESH wel op de onderhavige situatie worden toegepast, omdat de verhouding coƶperatie-lid zekere overeenkomsten vertoont met die van de relatie tussen werkgever-werknemer.
Voor toepassing van art. 6 aanhef en onder 4 van het ESH naar analogie, zoals DDB wil, is geen aanleiding. Er zijn zodanig wezenlijke verschillen tussen de positie van de door DDB vertegenwoordigde veehouders als zelfstandige ondernemers enerzijds en werknemers van een onderneming anderzijds, dat de gronden waarop aan werknemers het stakingsrecht is toegekend niet richtinggevend kunnen zijn voor een oordeel omtrent de rechten die melkveehouders in de verhouding tot melkafnemers op dit vlak hebben. Dat geldt zowel voor de melkveehouders die zijn aangesloten bij de Coƶperatie als voor degenen die dat niet zijn.
De voorzieningenrechter beveelt DDB om zich te onthouden van enig initiatief of betrokkenheid bij nieuwe blokkade acties jegens Friesland Foods en om haar leden op te roepen af te zien van nieuwe blokkade acties.