Rechtspraak
Tussen koper en verkoper van een onderneming is een non-concurrentiebeding overeengekomen. Verkoper overtreedt het non-concurrentiebeding. Koper vordert de overeengekomen boetes. Volgens het hof is geen sprake van rechtsverwerking. Voor de vraag of het concurrentiebeding ook ziet op concurrerende activiteiten buiten de Benelux dient het beding te worden uitgelegd conform het Haviltex-arrest. Volgens het hof sluit het beding toepasselijkheid buiten Benelux niet uit. Derhalve kan verkoper aan non-concurrentiebeding worden gehouden.
Voor matiging van de bedongen boete is slechts plaats indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Dit betekent dat de rechter van zijn bevoegdheid tot matiging alleen gebruik kan maken als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt (HR 27 april 2007, NJ 2007, 262). Daarvan is naar het oordeel van het hof in dit geval geen sprake. De door koper voor de van verkoper overgenomen onderneming betaalde koopprijs, afgezet tegen de beperkte omvang van de markt die door de onderneming wordt bediend, maakt naar 's hofs oordeel de hoogte van de bedongen boete niet onaanvaardbaar. Gegeven die omstandigheid is er voor matiging van de boete geen plaats.