Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

De rechtbank stelt vast dat uit de statuten blijkt dat de Stichting ten doel heeft het in opdracht van cliƫnten van Caute NL en/of haar groeps- en dochtermaatschappijen ontvangen van geld en andere vermogenswaarden. Dat zij zulks in het geheel niet (meer) zou doen, gaan doen of hebben gedaan, is door A en C onvoldoende concreet onderbouwd. Caute NL is dan ook belanghebbende bij de door haar gedane verzoeken. Dat de Stichting slechts in opdracht van cliƫnten van de Caute Group - wat die ook moge omvatten - gelden zou ontvangen is al evenmin komen vast te staan, zodat niet kan worden aanvaard dat A en C door werkzaam te zijn voor de Caute Group, hoewel niet formeel in ieder geval wel materieel aan het vereiste van artikel 3 lid 3 van de statuten voldoen. De tekst van de statuten is helder en laat op dit punt ook geen ruimte voor de door A en C bepleite ruime uitleg van artikel 3 lid 3.

Vaststaat dat A en C geen bestuurder (meer) zijn van, of werkzaam zijn bij Caute NL. Door desalniettemin - naar Caute NL onbetwist heeft gesteld - niet terug te treden als bestuurder handelen zij in strijd met de statuten van de Stichting. Het verzoek hen als bestuurder van de Stichting te ontslaan zal om die reden worden toegewezen. Benoemingsbesluit nieuwe bestuursleden onvoldoende onderbouwd. Beslissing wordt aangehouden.