Rechtspraak
Werknemer is in de uitoefening van zijn werkzaamheden van een steiger gevallen (althans de steiger zelf is omgevallen terwijl werknemer daarvan gebruik maakte). De arbeidsinspectie heeft vastgesteld dat er onvoldoende toezicht en instructies zijn verleend. In eerste aanleg is de vordering tot schadevergoeding ex artikel 7:658 BW afgewezen mede vanwege het feit dat instructies achterwege konden blijven nu het een ervaren werknemer betreft. In hoger beroep oordeelt het hof anders en wijst de vordering alsnog toe. Tegen dit oordeel stelt werkgever beroep in cassatie in. Het middel komt er, naar de kern genomen, op neer dat werknemer een ervaren vakman was zodat hij er niet voor behoefde te worden gewaarschuwd dat hij geen steiger mocht bouwen op een oneffen ondergrond.
Rechtsvraag:
Schendt werkgever zijn zorgverplichting indien hij nalaat een ervaren vakman te waarschuwen geen gebruik te maken van een steiger op oneffen ondergrond?
De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De conclusie van de AG strekt tot verwerping van het beroep.