Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werkgever Erens ontslaat werknemer op staande voet wegens vermoeden van diefstal. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van de opzegging en vordert wedertewerkstelling. Ter zitting overlegt Erens een door beide partijen ondertekend ontslagbewijs-briefje waarop staat dat de arbeidsovereenkomst eenzijdig is ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat een dergelijk ontslagbewijs geen beƫindiging in de zin van boek 7.10 oplevert. De vordering achterstallig loon wordt toegewezen, nu uit de processtukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de eenzijdige beƫindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever onrechtmatig is.

Vordering van werknemer tot wedertewerkstelling binnen 24 uur na de betekening van de uitspraak op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt te zwaar geacht en derhalve op termijn toegewezen teneinde werkgever alsnog in de gelegenheid te stellen op zoek te gaan naar andere, passende en/of vervangende werkzaamheden voor werknemer.