Rechtspraak
Werknemer is op 1 juni 1994 in dienst getreden bij AC. Ter gelegenheid van zijn aanstelling als ‘senior support engineer’ op 8 juli 2002 is met werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met daarin een concurrentiebeding. Gedurende zijn dienstverband bij gedaagde is hij bevorderd tot ‘support service manager’. Tevens is gedaagde tijdens werknemers dienstverband in handen gekomen van een Amerikaans bedrijf. Werknemer neemt ontslag bij gedaagde en treedt in dienst van een concurrent in een beleidsmatige en leidinggevende functie (‘manager technical support’).
De voorzieningenrechter is van oordeel dat door deze functiewijziging en deze overname het concurrentiebeding niet zodanig zwaarder op eiser is gaan drukken dat het zijn geldigheid heeft verloren. Ook de belangenafweging ex art. 7:653 lid 2 BW valt niet in het voordeel van eiser uit. Ondanks de substantiële positieverbetering en het gebleken grote nadeel voor eiser bij het vinden van een passende werkkring als gevolg van de zeer ruime bewoordingen waarin het beding is gesteld, valt de belangenafweging in het voordeel van gedaagde uit, nu bepaald niet onaannemelijk is dat anderen binnen het nieuwe bedrijf waar eiser gaat/wil gaan werken zullen kunnen profiteren van de bijzondere technische- en marketingkennis van eiser, ook al is niet aannemelijk dat eiser, anders dan in zijn vorige functie bij gedaagde, vaker dan op incidentele basis contacten zal onderhouden met klanten van gedaagde.