Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer verzoekt tijdens opzegtermijn ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt als volgt. De ratio van artikel 7:685 BW is erin gelegen dat partijen, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, de mogelijkheid moeten hebben het dienstverband op korte termijn te kunnen beƫindigen. In zoverre is het verzoek dan ook ontvankelijk. In het onderhavige geval is het doel van het verzoek kennelijk niet gelegen in het op korte termijn beƫindigen van de arbeidsovereenkomst maar in de wens om snel duidelijkheid te krijgen over de toe te kennen vergoeding. Deze wens valt niet aan te merken als een verandering van omstandigheden die ontbinding rechtvaardigt. Daar komt bij dat van een verstoorde arbeidsrelatie onvoldoende is gebleken terwijl de bedrijfseconomische redenen genoegzaam zijn aangetoond. In casu staat de weg van artikel 7:681 BW open. De in dat kader te volgen procedure is met meer processuele waarborgen omgeven. Het verzoek is afgewezen.