Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Keycomp (eiser) komt (onder andere) in hoger beroep tegen afwijzing van een aantal schadeposten door GEA. Volgens eiser heeft werknemer hem schade toegebracht doordat Elgersma en Stouthandel 60 uur hebben moeten besteden aan extra werk, omdat werknemer niets zou hebben gedaan om zijn activiteiten over te dragen, hoewel op 15 december 2005 was overeengekomen dat hij daarvoor zijn best zou doen. Voorts heeft Keycomp gesteld dat werknemer niets nuttigs heeft gedaan aan de opdracht van Oryc om een website te ontwerpen of om die opdracht over te dragen en dat Keycomp daardoor twee personen heeft moeten inschakelen om de website af te maken.

Deze verwijten aan werknemer betreffen de wijze waarop hij de hem krachtens de arbeidsovereenkomst opgedragen werkzaamheden heeft uitgevoerd, zodat buiten de in art. 7A:1615da BW bedoelde gevallen geen schadevergoeding uit toerekenbare tekortkoming kan worden gevorderd. Voorzover Keycomp een beroep doet op art. 7A:1615da BW, faalt dat, omdat uit de door Keycomp gestelde feiten en omstandigheden niet kan volgen dat de gestelde schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Weliswaar staat vast dat werknemer opzettelijk voor Elgersma en Stouthandel verborgen heeft gehouden dat hij in verband met de opdracht van Oryc een reis naar de Bahama's had gepland, maar gesteld noch gebleken is dat door die handelwijze de gestelde schade is veroorzaakt. Keycomp heeft niet voldoende duidelijk gesteld dat de gevorderde schade het gevolg is van de onregelmatige opzegging van de dienstbetrekking (en dus niet van de wijze waarop werknemer zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd), zodat de vordering kennelijk niet ziet op volledige schadevergoeding als bedoeld in art. 7A:1615o lid 3 BW. Volgt afwijzing vordering.