Rechtspraak
De centrale vraag is of eiseres aanspraak heeft op een uitkering uit hoofde van het Sociaal Plan in het kader van vrijwillig vertrek in de voorfase van de reorganisatie wegens boventalligheid. Het door het sociaal plan gegeven kader is de in artikel zeven lid een helder omschreven. De werknemer moet cumulatief aan de daar genoemde voorwaarden voldoen:
- de werknemer moet boventallige zijn verklaard;
- de werknemer moeten de arbeidsovereenkomst nog niet hebben opgezegd;
- het vertrek van de werknemer tijdens de periode van de voor fase mag geen onoverkomelijk probleem opleveren voor de voortgang van het bedrijfsproces;
- de beƫindiging van de arbeidsovereenkomst voorkomt naar verwachting van de werkgever de komende boventalligheid van de werknemer;
- de werknemer mag niet volledig arbeidsongeschikt zijn.
Wanneer de werknemer en een van deze criteria niet voldoet kan het sociaal plan niet van toepassing zijn.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet deugdelijk gemotiveerd weerlegd, kon Fortis Bank bij de reorganisatie uit verschillende aanmeldingen voor de vrijwillige vertrekregeling kiezen. Naast eiseres hadden zich ook andere collega's gemeld. Binnen dit kader is de keuze van de af te vloeien werknemer(s) een discretionaire bevoegdheid van de werkgever, uiteraard binnen de kaders van het geldend ontslagrecht. Werkgever motiveert de keuze door het zich laat leiden door de effectieve arbeidsduur van de medewerkers. De arbeidsduur van de gekozen medewerk(st)er ligt het dichtst bij de boventalligheid van 0,6 FTE. Uit niets wat door eiseres is gesteld blijkt de kantonrechter dat deze keuze voor een ander dan eiseres, onzorgvuldig of in strijd met de wet was, dan wel misbruik van Fortis Bank toekomende bevoegdheden inhield.
Indien de bank van opvatting is dat eiseres met haar vertrek geen bijdrage levert aan het oplossen van de voorziene boventalligheid en die opvatting op redelijke en zoals in dit geval toetsbare omstandigheden stoelt, is deze valide. Hierdoor is niet voldaan aan een van de cumulatieve voorwaarden van de vertrekregeling: de beƫindiging van de arbeidsovereenkomst voorkomt naar verwachting van de werkgever de komende boventalligheid van de werknemer. Daardoor is deze regeling niet van toepassing op eiseres en kan zijn mitsdien niet in aanmerking voor de uitkering bij vrijwillig vertrek.