Rechtspraak
Voormalig directeur van liefdadigheidsinstelling SDOK wordt op staande voet ontslagen. Aanleiding voor dit ontslag zijn de rechthandelingen die de directeur heeft verricht ten aanzien van een noodlijdend project in Roemenie. Terwijl hij op non-actief stond heeft hij de bestuursleden van dit project ontslagen en gevrijwaard tegen aansprakelijkheden vanuit Nederland. Dit wordt door SDOK zwaar aangerekend.
Werknemer berust in het ontslag maar vordert een vergoeding stellende dat het ontslag kennelijk onredelijk is, omdat een dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt. Geoordeeld wordt dat het handelen van X geen dringende reden oplevert, doch dat er vanwege het verwijtbaar handelen toch geen sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag ook niet indien aan X geen vergoeding wordt toegekend. Toegewezen wordt de meer subsidiair gevorderde schadevergoeding wegens onregelmatig opzeggen.
De reconventionele vorderingen tot schadevergoeding (circa €640.000) worden allen afgewezen, omdat niet bewezen wordt geacht dat SDOK die gestelde materiële schade heeft geleden.