Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

De kantonrechter dient te oordelen over de vraag of sprake is van een schending van het concurrentiebeding door twee werknemers in de IT-branche. Hij stelt vast dat werknemers evident handelingen verrichten die onder de reikwijdte van het concurrentiebeding vallen. Voor wat betreft de territoriale gelding van dat beding, zoals geformuleerd in de arbeidsovereenkomsten, ligt de zaak echter een stuk ingewikkelder. Aan eisers worden toegegeven, dat het betreffende beding veel duidelijker geformuleerd had kunnen worden, meer in het bijzonder door ‘de regio’ waarvoor het geldt geografisch precies te omschrijven.

Deze tekstuele onduidelijkheid is op zichzelf echter nog geen reden om dat beding terzijde te stellen. Ook bij de uitleg van een dergelijk beding in een arbeidsovereenkomst heeft immers te gelden, dat beslissend is hetgeen partijen dienaangaande in redelijkheid hebben begrepen en van elkaar mochten verwachten (parafasering van de Haviltexformule). Pas indien ook dan geen voldoende duidelijkheid wordt verkregen komt de vraag aan de orde, of dit moet leiden tot gehele of gedeeltelijke terzijdestelling van dat beding.

Volgens de kantonrechter wisten althans hadden eisers moeten begrijpen dat de onder regio Zaandam in ieder geval het gebied in en om Zaandam wordt bedoeld. Voor randgemeentes als Purmerend ligt dit evenwel anders. De kantonrechter legt het beding daarom opnieuw uit en beperkt de geografische reikwijdte.