Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Vechten op de werkvloer met een werknemer van de opdrachtgever levert in de regel een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Verzachtende omstandigheden, die een uitzondering op deze regel zouden rechtvaardigen, zijn gesteld noch gebleken. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van werknemer wegens onregelmatig ontslag (artikel 7.677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) niet kan worden toegewezen, nu het ontslag op staande voet rechtsgeldig wordt geoordeeld. In het vervolg daarop moet worden vastgesteld dat werkgever die werknemer door diens toedoen op staande voet heeft moeten ontslaan, uit dien hoofde op haar beurt wèl een vordering op hem had ( artikel 7.677 lid 3 BW). Weliswaar was die vordering, zoals terecht door werknemer is aangevoerd, verjaard toen deze bij conclusie van antwoord voor het eerst ter sprake werd gebracht, maar dat staat ingevolge het bepaalde in artikel 6:131 van het Burgerlijk Wetboek niet weg aan verrekening met de gevorderde loonvordering wegens niet-uitbetaalde vakantiedagen.