Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer is werkzaam bij IMC. Op enig moment is werknemer teleurgesteld geraakt in zijn doorgroei mogelijkheden. Naar het oordeel van de kantonrechter ligt de eerste en voornaamste oorzaak van het arbeidsconflict dan ook hierin, dat werknemer, die gelet op zijn leeftijd en capaciteiten voldoende kansen heeft om elders passend werk te vinden, de door hem gewenste en verwachte ontplooiing binnen het bedrijf van IMC niet heeft kunnen realiseren. Dat komt in de praktijk wel vaker voor en geeft meestal aanleiding tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst in der minne, waarna de werknemer elders in dienst treedt.

Een ontslagvergoeding ligt in zo'n geval niet in de rede. Dat kan anders zijn indien aan de werknemer dienaangaande vooraf bindende toezeggingen zijn gedaan, die vervolgens niet zijn nagekomen. Daarvan is in deze zaak echter onvoldoende gebleken. Wel acht de kantonrechter de opstelling van de werkgever - in het bijzonder het harde functioneringsgesprek in 2007 en de volledige intrekking van de tantième - reden toch een beperkte vergoeding aan werknemer toe te kennen. De c-factor wordt derhalve op 1/3 gesteld.