Rechtspraak
Twee werknemer stellen dat zij gedurende hun dienstverband stelselmatig hebben overgewerkt. De eerste werknemer stond in de winkel waar hij volgens de arbeidsregeling maximaal 40 per week mag werken in periode van vier weken. Het Hof stelt vast dat hij 14 uur per week overwerk heeft verricht. Ten aanzien van huishoudelijk personeel geldt een maximum van 55 uur. Het Hof stelt vast dat zij 15 uur per week is overgewerkt. Beiden mogen nog bewijs leveren dat zij nog meer overwerk hebben verricht, zoals zij stellen.
Een werknemer heeft voorts betwist dat hij maandelijks US$ 750,- aan salaris heeft ontvangen. Hij had blanco kwitanties ondertekend, waar dat bedrag later op ingevuld is. Volgens hem ontving hij in werkelijkheid slechts US$ 200,-. Het is aan werknemer om te bewijzen dat de kwitanties vals zijn, in die zin dat de tekst later boven de handtekeningen is geplaatst. Werknemer heeft nog verzocht de originele kwitanties door een schriftkundige te doen onderzoeken. Dat onderzoek is er blijkens de stellingen van werknemer slechts op gericht vast te stellen dat alle handtekeningen op hetzelfde moment zijn gezet, kennelijk door de inkt te laten onderzoeken. Nu ook het gebruik van dezelfde inkt niet uitsluit dat de kwitanties op verschillende momenten zijn ondertekend, en een dergelijk onderzoek niet tot de door schriftkundigen te doen gebruikelijke onderzoeken behoort, ziet het Hof geen aanleiding een deskundigenbericht als voorgesteld te doen gelasten. Het staat werknemer echter vrij in het kader van de bewijslevering zelf een schriftkundige in te schakelen. Werknemer zal in de gelegenheid worden gesteld bij akte aan te geven of, en zo ja hoe, hij ter zake bewijs wenst te leveren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.