Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer is per 1 maart 2008 in dienst bij werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 3 maanden. De overeenkomst zou stilzwijgend worden verlengd indien werknemer na deze 3 maanden werkzaamheden blijft verrichten. Op 9 juni 2008 heeft werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd getekend. In juli 2008 wordt werknemer ontslag aangezegd wegens onder andere onjuiste declaraties.

Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor zover vereist. Naar de stellige overtuiging van werkgever is immers van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geen sprake. Er was nog geen wilsovereenstemming over alle onderdelen (zoals kostenvergoeding). De kantonrechter acht deze overeenstemming op onderdelen niet aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de weg te staan. De verwijten die de werkgever heeft gemaakt aan de werknemer acht de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2008 met een vergoeding van €40.000.