Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer, geboren op 21 mei 1942, is van 7 maart 1968 tot 1 juli 2004 in dienst geweest van Pipelife. Met ingang van laatstgenoemde datum is hij vervroegd uitgetreden. Tijdens zijn dienstverband ontving werknemer onder het toenmalige ziektekostenstelsel een bijdrage van Pipelife in de premie voor zijn particuliere ziektekostenverzekering. Pipelife heeft deze bijdrage aanvankelijk ook voortgezet nadat werknemer gebruik ging maken van de prepensioenregeling. Met ingang van 1 januari 2006 is met de invoering van de Zorgverzekeringswet het ziektekostenverzekeringsstelsel ingrijpend gewijzigd. Het oude stelsel van ziekenfonds- en particuliere verzekeringen is komen te vervallen. Thans betaalt iedere werknemer een nominale premie voor de basisverzekering (plus eventuele modules) aan de zorgverzekeraar en een inkomensafhankelijke bijdrage aan de belastingdienst. Pipelife heeft na invoering van het nieuwe ziektekostenverzekeringsstelsel de werkgeversbijdrage in de ziektekosten afgeschaft. Deze wijziging is vastgelegd in de CAO Pipelife Nederland B.V. Pipelife heeft ten slotte met ingang van 1 januari 2006 een nieuwe collectieve ziektekostenverzekering afgesloten waaraan zowel actieven als inactieven kunnen deelnemen. Werknemer maakt weliswaar ook gebruik van deze collectieve verzekering, doch hij kan zich niet verenigen met de beëindiging door Pipelife van de bijdrage in zijn ziektekosten zoals die vóór 1 januari 2006 voor hem gold. Centraal staat de vraag of Piplife werknemer na 1 januari 2006 tegemoet moet komen in de ziektekostenbijdrage.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de tekst van dit artikel dat samen met artikel 3.2 onder de kop “Ziektekostenverzekering” in de algemene bepalingen is opgenomen ziet de kantonrechter aanleiding om de zinsnede “onder dezelfde voorwaarden als bij dienstverband” anders uit te leggen dan Pipelife. Deze zinsnede duidt naar het oordeel van de kantonrechter - gezien de samenhang met de tekst van artikel 3.1 van de algemene bepalingen - veeleer op een toezegging van Pipelife om de particulier verzekerde die met prepensioen gaat aanspraak te laten houden op een bijdrage in de ziektekostenverzekering onder dezelfde voorwaarden als bij “zijn voormalige” dienstverband. Deze uitleg strookt - meer dan de door Pipelife gegeven interpretatie - met het bepaalde in artikel 3.1 van de algemene bepalingen waarin immers aan een ziekenfondsverzekerde tijdens de prepensioenperiode ook zonder voorbehoud door Pipelife de werkgeversbijdrage in de Ziekenfondspremie wordt toegezegd. Vanaf de pensioengerechtigde leeftijd ligt dit anders.

Het beroep van Pipelife op artikel 6:248 BW kan niet slagen wegens gebrek aan onderbouwing. Volgt veroordeling tot betaling van een bijdrage tot 2007.

  • Wetsartikelen: 6:248 BW
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: Bijdrage ziektekostenverzekering na stelselwijziging, Gevolgen voor prepensioener?, Uitleg algemene bijlage met cao-norm en Onvoldoende gesteld in het kader van 6:248 BW