Rechtspraak
Werknemer (1959) is vanaf 1 november 1975 krachtens een dienstbetrekking als bedoeld in art. 1 lid 1 Wet Sociale Werkvoorzieningen voor onbepaalde tijd bij het WNK werkzaam in de functie Plantsoendienst. In 2007 heeft werkgever de CWI verzocht ontslagadvies (6 lid 3 WSW) te verlenen. De CWI heeft dit ontslagadvies geweigerd en geadviseerd werknemer te coachen. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hij baseert het verzoek op negatief en moeilijk gedrag van werknemer als gevolg waarvan zij hem al twee maal zonder positief resultaat heeft overgeplaatst. Werkgever stelt dat dit gedrag niet met de beperking van de werknemer heeft te maken, maar dat sprake is van verwijtbaar disfunctioneren. De kantonrechter overweegt dat van het WNK als werkgever in het kader van de Wsw meer mag worden verwacht dan van een gewone werkgever. Het WNK wijst in dit verband op de extra aandacht die al langere tijd aan werknemer wordt gegeven, maar geeft ook aan dat de begeleiding op het werk inhoudelijk en praktisch van aard is. Niet aannemelijk is geworden dat het WNK de -volgens de arbeidsdeskundige- noodzakelijke begeleiding (die verder gaat dan de regulier en praktisch) heeft geboden. De begeleiding lijkt vooral te hebben bestaan uit corrigerende gesprekken in plaats van de door het CWI geadviseerde individuele coaching. Verzoek wordt daarom afgewezen.