Rechtspraak
De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Call Centers (OOCC) heeft namens Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) op 25 oktober 2005 subsidie aangevraagd in het kader van de subsidieregeling van het Europees Sociaal Fonds. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft afwijzend op deze aanvraag beslist bij besluit van 19 juli 2006 omdat de aanvraag niet past binnen de prioriteit van ESF3 aangezien de opleiding niet is gericht op employability (scholing van zittend personeel, waarbij de scholing leidt tot een betere positie op de arbeidsmarkt). Op 29 december 2006 heeft OOCC een kwantitatief bijgestelde (geactualiseerde) aanvraag bij verweerder ingediend. De Staatsecretaris heeft de herziene aanvraag niet in behandeling genomen omdat deze is ingediend nadat het primaire besluit op de oorspronkelijke aanvraag van 25 oktober 2005 was genomen.
De rechtbank is van oordeel dat de Staatsecretaris op goede gronden de herziene aanvraag niet heeft meegenomen in het kader van de besluitvorming met betrekking tot de aanvraag van 25 oktober 2005. De rechtbank is met de Staatsecretaris van oordeel dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het project ziet op de scholing van zittend personeel. De rechtbank acht het niet uitgesloten dat een beperkt aantal werknemers die reeds in dienst zijn bij LVNL tot de opleiding toegelaten zullen worden. Uit de aanvraag komt echter het beeld naar voren dat de deelnemers aan de opleiding voor het merendeel zullen bestaan uit kandidaten die na een selectie bij het LVNL in dienst zijn genomen (enkel) met het oog op de opleiding tot luchtverkeersleider. Nu de continuering van het dienstverband voorts afhankelijk is gesteld van de studieresultaten, kan niet gezegd worden dat de opleiding op zichzelf beschouwd leidt tot een betere positie op de arbeidsmarkt, hetgeen is vereist in het kader van de subsidieregeling.
De heroverweging vindt plaats op grond van de bezwaren gericht tegen het primaire besluit. Op het moment dat eiseres de herziene aanvraag indiende was bovendien reeds een afwijzende beschikking op de oorspronkelijke aanvraag genomen. Artikel 7:11 van de Awb schrijft niet voor dat de Staatsecretaris deze herziene aanvraag dient mee te nemen in de heroverweging van het bestreden besluit. Het feit dat de kwantitatieve bijstelling van de aanvraag volledig los staat van de grond waarop verweerder de oorspronkelijke aanvraag heeft geweigerd, doet hier niet aan af.
De rechter acht de aanvraag op goede gronden afgewezen.