Rechtspraak
Aannemer Serco BV heeft zich laten bijstaan door Vixan. Werknemer X is in dienst van Vixan en heeft zich op het bouwproject bij Serco BV laten bijstaan door zijn broer Y. Na een controle van de Arbeidsinspectie is een aantal boetes opgelegd omdat Y zich niet kon identificeren. Serco BV stelt Vixan aansprakelijk voor de opgelegde boetes. Serco legt aan haar vordering ten grondslag dat Vixan toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenis jegens Serco door niet te verhinderen dat een illegale werknemer op de bouwlokatie werkzaam was. Hierdoor heeft Serco schade geleden ter hoogte van de aan haar en aan de Stichting - die zij ter zake heeft gevrijwaard - door de Arbeidsinspectie opgelegde boetes van in totaal € 20.500,-- en de kosten van juridische bijstand ad € 2.975,-- in verband met de tegen de boetekennisgevingen ingediende zienswijzen.
De rechtbank stelt het volgende voorop. Blijkens artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 1° WAV wordt in die wet onder werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. Dit brengt mee dat meerdere personen dezelfde vreemdeling arbeid kunnen laten verrichten en derhalve als werkgever worden aangemerkt, alsmede dat meer dan één werkgever in de zin van de WAV voor hetzelfde feit kan worden beboet. Ingevolge artikel 2 WAV is degene die een vreemdeling feitelijk arbeid laat verrichten vergunningplichtig werkgever en te allen tijde verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het al dan niet aanwezig zijn van de benodigde tewerkstellingsvergunning. In artikel 15 lid 1 WAV is bepaald dat een werkgever die door een vreemdeling arbeid laat verrichten waarbij die arbeid feitelijk wordt verricht bij een andere werkgever, er zorg voor dient te dragen dat die andere werkgever onverwijld een afschrift van een identiteitsdocument van de vreemdeling ontvangt. Ingevolge artikel 15 lid 2 WAV dient de werkgever bij wie de arbeid feitelijk wordt verricht en die van de formele werkgever een afschrift van een identiteitsdocument ontvangt, de identiteit van de vreemdeling vast te stellen aan de hand van dat document en het afschrift op te nemen in zijn administratie.
Serco heeft ter comparitie erkend dat tussen partijen niet is overeengekomen dat Vixan haar zou vrijwaren voor boetes ingevolge de WAV. Haar door Vixan weersproken stellingen dat is overeengekomen dat de directeur van Vixan of werknemer X de werkzaamheden zouden uitvoeren en dat sprake is van een gewoonte in de aannemersbranche dat WAV-boetes die aan een hoofdaannemer zijn opgelegd door de onderaannemer als formele werkgever van de vreemdeling worden vergoed, heeft zij op geen enkele wijze onderbouwd, zodat bewijslevering ter zake niet aan de orde is en deze stellingen zullen worden gepasseerd. Daarbij overweegt de rechtbank nog dat bedoelde gewoonte gelet op het feit dat aan alle werkgevers in de keten voor hetzelfde feit boetes (kunnen) worden opgelegd, ook niet in de rede ligt. Gelet op het doel en het systeem van de WAV zoals in het bovenstaande weergegeven, kan Serco evenmin worden gevolgd in haar standpunt dat op grond van de redelijkheid en billijkheid de boetes door Vixan aan haar zouden moeten worden vergoed. Een en ander leidt tot de conclusie dat niet is gebleken dat uit de tussen Serco en Vixan gesloten overeenkomst een verplichting voortvloeit in de nakoming waarvan Vixan tekort is geschoten.
Ten aanzien van de subsidiaire vordering gebaseerd op onrechtmatige daad, overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank stelt voorop dat voor een geslaagd beroep op de grondslag onrechtmatige daad onder meer aan het relativiteitsvereiste als bedoeld in artikel 6:163 BW voldaan dient te zijn. Hieruit vloeit onder meer voort dat men zich niet kan beroepen op de schending van een norm die men zelf ook geschonden heeft (zie HR 16 februari 1973, 462 en - recent - HR 23 februari 2007, LJN AZ 6219). Dat is wat Serco doet. Zij verwijt Vixan dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te voorkomen dat Y op de bouwlocatie werkzaamheden heeft verricht, terwijl Serco dit op grond van artikel 2 lid 1 WAV evenzeer had moeten voorkomen.
Volgt afwijzing vordering.