Werkgever verzoekt voor zover vereist de arbeidsovereenkomst met een zwangere werkneemster te ontbinden vanwege duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Werkneemster zou per 10 augustus 2008 zelf ontslag op staande voet hebben genomen, nadat zij haar rooster niet kon ruilen. Nadien heeft werkneemster zich op het standpunt gesteld dat zij nog steeds bereid is arbeid te verrichten en/of dat sprake is van ziekte.

De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de zwangerschap van werkneemster (mede) een rol speelt bij het onderhavige verzoek. Omdat sprake is van een inmiddels verstoorde arbeidsrelatie ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per 1 december 2008. De kantonrechter houdt bij de toemeting van de vergoeding rekening met de omstandigheid dat het werkneemster gedurende haar zwangerschap en het daaropvolgende verlof ontbreekt aan een reële kans op de arbeidsmarkt. Vergoeding wordt vastgesteld op € 9.000.