Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

De Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten (SNCU) is in 2004 opgericht door werknemers- en werkgeversorganisaties in de uitzendbranche. Haar taken en bevoegdheden zijn neergelegd in de CAO voor Uitzendkrachten 2004-2009. De SNCU heeft, onder meer, tot taak toe te zien op een correcte naleving van de CAO's. Een deel van haar bevoegdheden is toebedeeld aan de “Commissie Naleving CAO voor de Uitzendkrachten” (CNCU) welke commissie het houden van toezicht op de naleving als haar specifieke doel heeft. Voor de CNCU gelden de reglementen I en II die in de CAO's zijn opgenomen. Als een werkgever weigert aan de SNCU gegevens te verstrekken of onvolledige of onjuiste gegevens verstrekt, of na ingebrekestelling volhardt in het niet naleven van de CAO's, kan een forfaitaire schadevergoeding worden opgelegd.

Na een controle van het bedrijf WWS, heeft de SNCU een groot aantal tekortkomingen geconstateerd. Op 20 december 2006 heeft de SNCU aan WWS bericht dat haar bestuur een definitieve schadevergoeding bij WWS in rekening zal gaan brengen en vooruitlopend daarop aan WWS een voorlopige schadevergoeding oplegt van € XXX vanwege niet of niet voldoende naleving van de CAO door WWS. Bij brieven van 1 februari 2007 en 23 februari 2007 is WWS gemaand tot betaling. WWS betwist dat zij valt onder de werkingssfeer van de CAO's, waartoe zij aanvoert dat zij een detacheringsbureau is en zich voor de werknemers houdt aan de bedrijfstak-CAO's van haar klanten. WWS stelt dat zij zelf leiding geeft aan en toezicht houdt op haar eigen mensen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ingevolge de begripsomschrijving in de CAO's wordt onder een “uitzendovereenkomst” verstaan “de arbeidsovereenkomst waarbij de ene partij als werknemer door de andere partij als werkgever in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van die werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan die werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde” en is een “uitzendonderneming” “de natuurlijke of rechtspersoon die uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar)opdrachtgevers, zijnde de werkgever als bedoeld onder a, in de zin van titel 7.10 BW”. Met de SNCU is de kantonrechter van oordeel dat WWS aan deze omschrijvingen voldoet. Zij stelt immers arbeidskrachten ter beschikking aan diverse opdrachtgevers, alwaar de arbeidskrachten werkzaamheden uitvoeren. Onaannemelijk is dat die arbeidskrachten op de werkvloer geen leiding en toezicht krijgen van de opdrachtgever. Dat er mogelijk op sommige plaatsen arbeidskrachten worden ingewerkt door eveneens door WWS geleverde werknemers, doet daaraan niet af. Uiteindelijk bepaalt de opdrachtgever de inhoud en wijze van uitvoering van het werk waarvoor hij arbeidskrachten bij WWS heeft ingehuurd. Niet van belang is dat WWS haar activiteiten omschrijft als “detacheren”, het gaat om de feitelijke gang van zaken bij haar onderneming.

Uitgangspunt bij de beoordeling van het geschil is dat WWS de CAO, waaraan zij gebonden is, niet getrouwelijk heeft nageleefd. Deze enkele omstandigheid leidt er reeds toe dat de SNCU een boete kan opleggen. Daarvoor is niet noodzakelijk dat komt vast te staan of een werkgever opzettelijk tot niet naleving is gekomen, hetgeen ook moeilijk zal kunnen worden vastgesteld. Omtrent de hoogte van de op te leggen boete, wenst de kantonrechter nadere informatie van partijen. Volgt aanhouding.

  • Wetsartikelen: WCAO, Uitzend-cao, 3 WAVV en 15 WAVV
  • Onderwerpen: Gebondenheid en Overige
  • Trefwoorden: Naleving CAO, Boeteoplegging, Toepassingbereik CAO, Valt detachering onder uitzending?, Opzettelijk handelen niet vereist en Overtreding voldoende voor boete