Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Werknemer (53jaar), is in 1993 bij de werkgever in dienst getreden tegen een salaris van (laatstelijk) € 495,00 bruto per maand op basis van een 12-urige werkweek. Om administratieve redenen was al het personeel in dienst van de personeels-BV. Feitelijk werkte werknemer bij X BV. Op 29 juni 2007 heeft de werkgever bij het CWI toestemming tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst verzocht op grond van bedrijfseconomische reden inhoudende een organisatorische wijziging namelijk het uitbesteden van werkzaamheden aan een derde. Door de werkgever is de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 december 2007. Er is geen vergoeding meegegeven.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Weliswaar is de personeels-BV de formele werkgever maar vast staat dat de werknemer al jarenlang feitelijk werkzaam was voor X BV, welk bedrijf zich bezig hield met hypotheken en verzekeringen. X een besloten vennootschap met een eigen bestuur, een eigen entiteit, een eigen financiële verantwoording, een vaste groep medewerkers zonder uitwisseling met andere bedrijfsonderdelen en een specifieke bedrijfsactiviteit, is naar het oordeel van de kantonrechter te beschouwen als een bedrijfsorganisatorische eenheid en daarmee een bedrijfsvestiging in de zin van artikel 4: 2 lid 1 van het Ontslagbesluit. Binnen die bedrijfsvestiging was niet sprake van (een) met de functie van de werknemer uitwisselbare functie(s). Het verwijt van de werknemer dat het afspiegelingsbeginsel niet juist is toegepast, wordt daarom ongegrond geacht.

Ten aanzien van het gevolgencriterium overweegt de kantonrechter het volgende. In deze zaak staat vast dat de reden voor de beëindiging geheel ligt in de risicosfeer van de werkgever. Voorts geldt dat sprake is van een langdurig en onberispelijk dienstverband, waarbij de werknemer ten aanzien van de reden voor het ontslag geen enkel verwijt treft. Ten slotte wordt gewogen, dat de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt gezien haar leeftijd niet gunstig is. Onder die omstandigheden wordt de beëindiging zonder enige financiële voorziening kennelijk onredelijk geacht. De werknemer komt derhalve een schadevergoeding toe. Voor de hoogte wordt aansluiting gezocht bij de arresten van het Hof Den Haag.