Werknemer is op 1 september 1977 in dienst getreden van Elmar. Op 7 oktober 2004 is hij benoemd in de functie van statutair directeur van Elmar. Elmar heeft werknemer - bij AvA-besluit - geschorst. Werknemer vordert wedertewerkstelling. Het Gerecht oordeelt dat het schorsingsbesluit rechtsgeldig tot stand is gekomen conform art. 13 statuten van Elmar in daartoe belegde AvA. Het verweer dat er geen redelijke grond bestond wordt bestreden door te betogen dat er geen vertrouwen meer was nadat directeur bij verschillende gelegenheden de positie van UA als enig aandeelhouder had gefrustreerd. Bovendien is hij naar buiten getreden met interne meningsverschillen. Voorshands is niet gebleken dat schorsingsbesluit lichtvaardig is genomen. De gevorderde terugkeer van werknemer op de directeursstoel stuit derhalve af op het belang van Elmar bij een bestuur dat goed samenwerkt met de andere organen van de vennootschap. Dat een dergelijke samenwerking mogelijk is met werknemer aan het hoofd van het bestuur is namelijk in elk geval zolang de ontbindingsprocedure loopt onwaarschijnlijk.

Volgt afwijzing van de vordering.