Rechtspraak
Verweerder is directeur van SRK. Eiser is advocaat in loondienst bij SRK. SRK heeft als statutair doel “het behartigen van de belangen van de verzekerden van bij SRK aangesloten verzekeringsinstellingen, voorzover betrekking hebbend op voor deze instellingen geaccepteerde rechtsbijstandverzekeringen”. Sinds augustus 2007 heeft eiser herhaaldelijk zijn zorgen geuit over bepaalde ontwikkelingen bij SRK en daarvoor aandacht gevraagd bij verweerder, in het bijzonder het commercieel beleid van verweerder om assurantietussenpersonen als stakeholders van SRK te beschouwen en om deze derden via extranet en belcirkels actief dossiergegevens van verzekerden bij SRK en/of over de aan hen verleende rechtshulp ter beschikking te stellen. Eiser verzoekt de rechtbank verweerder te ontslaan als bestuurder van SRK. Hiertoe voert eiser kort gezegd aan dat verweerder als bestuurder van SRK structureel in strijd blijft handelen met de wet, meer in het bijzonder de Wft, de Wbp en de Advocatenwet, en met de statuten van SRK.
De rechtbank is met eiser van oordeel dat geheimhouding en onafhankelijkheid behoren tot de elementaire kernwaarden voor de advocatuur en voor overige rechtshulpverleners. Dit komt tot uitdrukking in de Advocatenwet (o.a. in art. 46) en de daarop gebaseerde verordeningen en gedragsregels voor de advocatuur. Slechts met inachtneming van die twee kernwaarden kan er sprake zijn van een behoorlijke belangenbehartiging van cliënten, in het geval van SRK zijn dat verzekerden voor rechtsbijstand. SRK heeft ook als primair statutair doel het behartigen van de belangen van haar verzekerden. Aan deze kernwaarden en aan dit statutaire hoofddoel dient eiser zich als advocaat in loondienst bij SRK te houden. Daarmee is eiser tevens belanghebbende in de zin van artikel 2:298 BW.
Met die wettelijke kernwaarden voor rechtshulpverleners en met dat statutair hoofddoel van SRK is onverenigbaar het voortgezet beleid van verweerder dat kort gezegd uitgaat van gegevensverstrekking per telefoon of extranet door SRK aan derden (vooral tussenpersonen) over de aan verzekerden geboden rechtshulp, tenzij de verzekerde daar bezwaar tegen maakt. Terecht schetst eiser in zijn verzoekschrift en pleitnota de grote risico's die voor de verzekerde cliënten en voor de rechtshulpverleners van SRK zijn verbonden aan dit ja,tenzij-beleid van verweerder. Naar het oordeel van de rechtbank past bij deze wettelijke kernwaarden en bij dit statutair hoofddoel slechts een nee,tenzij-beleid voor gegevensverstrekking aan derden. De rechtbank merkt op dat het ‘ja, tenzij-beleid’ in strijd is met de ratio van artikel 4:65 Wft en van de EG-Richtlijn 87/344.
De vordering tot ontslag van verweerder is in de geschetste omstandigheden geen ‘paardenmiddel’. Wel acht de rechtbank een ‘laatste kans’ geïndiceerd. Het ontslag wordt dan ook onder de voorwaarde dat het beleid niet binnen korte periode wordt gewijzigd, toegewezen.