Naar boven ↑

Rechtspraak

Bij tussenarrest van 23 april 2008 heeft het hof werknemer toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen het vermoeden dat tussen Cecem en werknemer is overeengekomen dat werknemer aan Cecem zou terugbetalen hetgeen Cecem aan Noord Beton heeft betaald ter aflossing van de door werknemer gesloten geldlening. Volgens het hof is werknemer niet geslaagd in het leveren van tegenbewijs. Ten aanzien van het beroep van eisers (Cecem en Sesam) dat de kantonrechter ten onrechte hun beroep op verrekening met achterstallig loon heeft verworpen, oordeelt het hof als volgt. Zowel Sesam, als werkgeefster van werknemer, zijn hem een bedrag aan achterstallig loon c.a. schuldig. Dat Cecem en Sesam tezamen als eisers in deze procedure optreden, maakt evenwel nog niet dat zij met elkaar kunnen worden vereenzelvigd. Aan het vereiste voor verrekening, als vervat in artikel 6:127 BW, tweede lid, dat sprake moet zijn van een te vorderen prestatie die beantwoordt aan een schuld jegens dezelfde wederpartij, is niet voldaan. In dit geval is sprake van een vordering en een schuld die in gescheiden vermogens vallen, hetgeen tot gevolg heeft dat de bevoegdheid tot verrekening ontbreekt.