Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is op 6 september 1999 bij De Champignonspecialist in loondienst getreden als chauffeur. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is in onderling overleg beëindigd op 21 juni 2002. Werknemer heeft gevorderd dat De Champignonspecialist wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 11.126,30 ter zake van loon (overuren), vermeerderd met de wettelijke verhoging en tot betaling van het vakantiegeld over deze overuren. Volgens De Champignonspecialist zijn de overuren van werknemer steeds contant uitbetaald. Werknemer stelt dat hij nooit uitbetaling van zijn overuren heeft ontvangen. De kantonrechter heeft werknemer een bewijsopdracht gegeven. Met betrekking tot de overuren heeft de kantonrechter geoordeeld dat tegenover de verklaring van de getuigen die in de enquête zijn gehoord, die enkel hebben verklaard over de lange werkdagen die werknemer bij De Champignonspecialist maakte, de meer gedetailleerde verklaringen staan van de getuigen die in de contra-enquête zijn gehoord, die, samengevat, erop neerkomen dat het bij De Champignonspecialist de gewoonte was dat iedere vrijdag met de chauffeurs de overuren, die aan de hand van de prikklokkaarten werden berekend, contant werden afgerekend. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen. Het hof heeft de vordering van werknemer ook afgewezen omdat De Champignonspecialist overtuigend bewijs heeft geleverd dat de overuren wel zijn uitbetaald.

Tegen dit oordeel heeft werknemer beroep in cassatie ingesteld en onder meer geklaagd dat op grond van artikel 7:626 jo. 7:619 lid 1 BW De Champignonspecialist verantwoordelijk is voor een goede administratie. Bij afwezigheid van een dergelijke administratie dient dit voor risico van werkgever te komen. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep, omdat het oordeel van het hof dat De Champignonspecialist de overuren van werknemer heeft betaald niet onbegrijpelijk is. Nu dit is komen vast te staan treffen alle klachten die gericht zijn op bewijslast verdeling geen doel.

De Hoge Raad oordeelt tot verwerping van het beroep onder verwijzing naar artikel 81 RO.

  • Wetsartikelen: 7:626 BW, 7:619 lid 1 BW, 7:628 BW en 81 RO
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: Arbeidsgeschil over vordering tot betaling van overuren, “Zwart betaald” loon, Ontbreken administratie werkgever leidt niet tot toewijzing vordering werknemer en getuigenbewijs