Rechtspraak
Werknemer (48 jaar) is sinds 1987 in dienst van Nedcar. Werknemer vervult twee functies en is daarnaast actief OR-lid en lid van een vakvereniging.Nedcar verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden wegens gewichtige redenen, bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden (verschil van inzicht en verstoorde arbeidsrelatie) dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel na korte tijd dient te eindigen, dit met toekenning van een redelijke vergoeding, dat wil zeggen niet hoger dan C = 0,5. Werknemer betwist dat sprake is van een gewichtige reden en beroept zich op opzegverboden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van de artikelen 7:670, leden 4 en 5, BW en 7:670a, lid 1 BW genieten (voormalige) OR-leden en vakbondleden ontslagbescherming indien de opzegging samenhangt met hun vakbondactiviteiten of (voormalige) OR activiteiten. Die ontslagbescherming kan slechts opzij gezet worden indien sprake is van zodanig zwaarwegende gewichtige redenen dat ondanks die bescherming een ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd. De bepaling, dat een ontbindingsverzoek moet worden afgewezen indien dat verzoek verband houdt met een wettelijk opzegverbod, moet naar het oordeel van de kantonrechter ruim worden uitgelegd. Niet slechts van belang is of het einde van het dienstverband wordt nagestreefd uitsluitend wegens een of meer van de in voormelde artikelen genoemde omstandigheden, maar ook of die omstandigheden mede een rol spelen bij het besluit van de werkgever om het dienstverband te beƫindigen. Omdat Nedcar in de onderhavige procedure meermalen heeft benadrukt dat werknemers houding als OR-lid, dan wel het functioneren binnen de OR, in combinatie met zijn bedrijfsfunctie tot spanningen leidt, acht de kantonrechter voldoende verband aanwezig om het opzegverbod te doen gelden.
Volgt afwijzing van het verzoek.