Rechtspraak
Werkneemster is per 15 december 2005 bij werkgeefster in dienst getreden in de functie van Verzorgende IG. Vanwege de toenemende vraag naar extramurale zorg werd begin 2008 flexibelere inroostering van het personeel noodzakelijk. In dat kader is werkneemster verzocht bereikbaarheidsdiensten te gaan verrichten. Daarop heeft werkneemster meegedeeld dat zij deze bereikbaarheidsdiensten, alsmede de avond- en nachtdiensten, niet kan verrichten vanwege haar medische beperkingen. Daarbij heeft werkneemster verwezen naar een beschikking van het Uwv van 18 april 2005, waaruit haar fysieke beperkingen als ziekenverzorgende blijken. Daarnaast wordt 's avonds en 's nachts werken niet toegestaan. Zowel bij de indiensttreding als bij het verlengen van het dienstverband heeft werkneemster geen melding gemaakt van haar gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (25%-35%) als ziekenverzorgende. Werkgeefster stelt zich op het standpunt dat werkneemster de beperkingen wel had moeten meedelen en dat zulks ook van haar verwacht mocht worden. Het verzwijgen van deze beperkingen heeft volgens werkgeefster geleid tot een vertrouwensbreuk. Werkgeefster verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Met werkgeefster is de kantonrechter dan ook van oordeel dat werkgeefster werkneemster mocht inzetten voor bereikbaarheids-, avond- en nachtdiensten en dat werkgeefster er vanuit mocht gaan dat werkneemster die diensten ook kon verrichten. Indien werkneemster dan vervolgens weigert voormelde diensten te verrichten en slechts een deel van de uit 2005 daterende Uwv-beschikking inzake haar medische beperkingen aan werkgeefster overhandigt, heeft werkgeefster er recht en belang bij om die weigering en het daaraan ten grondslag gelegde te controleren en meer informatie over die medische beperkingen te verkrijgen. In dat kader en vanuit dat perspectief mag werkgeefster naar het oordeel van de kantonrechter verlangen dat werkneemster de bedrijfsarts bezoekt. De kantonrechter merkt op dat het dus niet gaat om het recht om bij de sollicitatie te zwijgen over medische kwesties die voor de betreffende functie niet rechtstreeks van belang zijn, áls het al zou gaan om medische kwesties die niet rechtstreeks van belang zijn voor de functie, waar Uwv het immers heeft over ongeschiktheid als ziekenverzorgende. De oproep om bij de bedrijfsarts te verschijnen strekt er ook niet toe om op een oneigenlijke manier de Uwv-beslissing ter discussie te stellen. Het vorenstaande in achtnemende oordeelt de kantonrechter dat werkneemster ten onrechte heeft geweigerd om bij de bedrijfsarts op het spreekuur te verschijnen. Werkneemster is vervolgens elk overleg met werkgeefster uit de weg gegaan en haar gemachtigde heeft zich namens werkneemster in haar correspondentie vanaf 30 oktober 2008 jegens werkgeefster een toon aangematigd die niet past bij wat van een goede werknemer wordt verwacht in reactie op redelijke verzoeken van de werkgever. Doordat werkneemster overleg en bespreking uit de weg is gegaan, is het verschil van inzicht over haar inzetbaarheid onbesproken en als gevolg daarvan dus ook onopgelost gebleven, hetgeen afbreuk doet aan de vertrouwensbasis die voor de functievervulling en daarmee voor een succesvolle voortzetting van het dienstverband noodzakelijk is. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding.