Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster (40 jaar) is in 2004 in dienst getreden van de rechtsvoorgangster van Intermax Interactive. Per 8 januari 2008 is werkneemster arbeidsongeschikt geworden als gevolg van rugklachten (hernia). Tengevolge van de splitsing/fusie zijn de werkzaamheden gereorganiseerd en is de functie van werkneemster van Manager Webdevelopment komen te vervallen. Begin juni 2008 zijn door Intermax Interactive aan werkneemster een tweetal functies aangeboden (nadat daarover al eerder was gesproken) van Clientside Projectmanager en Delivery Manager.Werkneemster heeft deze functies niet geaccepteerd. Werkneemster is nadien opnieuw uitgevallen wegens ziekte. Intermax Interactive heeft vanaf 10 juli 2008 geen salaris betaald, omdat werknemer geweigerd zou hebben gehoor te geven aan oproepen van de bedrijfsarts. Thans verzoekt Intermax Interactive ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit hetgeen door Intermax Interactive is aangevoerd blijkt dat het verzoek voornamelijk verband houdt met het als gevolg van de reorganisatie wegvallen van de functie van werkneemster en het tussen partijen niet kunnen bereiken van overeenstemming omtrent de nieuwe functie van werkneemster in de organisatie. De arbeidsongeschiktheid van werkneemster die is begonnen als een puur fysieke arbeidsongeschiktheid is geleidelijk omgeslagen in er een van een arbeidsconflict tussen partijen. In zoverre houdt het verzoek van Intermax Interactive dan ook geen verband met het bestaan van een opzegverbod tijdens ziekte. Uit hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd en gegeven het feit dat ook na mediation het partijen kennelijk niet is gelukt om een voor de toekomst passende werkverhouding te bewerkstelligen vloeit voort dat er sprake is van een zodanig meningsverschil tussen partijen dat voortzetting van de arbeidsrelatie tussen partijen niet als zinvol kan worden aangemerkt. Het probleem tussen partijen is feitelijk veroorzaakt doordat partijen over en weer een wezenlijk verschillende visie hadden over de wijze waarop werkneemster diende te re-integreren gedurende haar arbeidsongeschiktheid. Uitgangspunt van de wetgever is dat een werknemer re-integreert in zijn eigen functie. Eerst indien dat niet mogelijk is dient te worden bezien of er andere passende werkzaamheden in de onderneming voorhanden zijn. Zijn ook die er niet dan dient te worden bezien of re-integratie bij een andere werkgever mogelijk is. Dat is het systeem van art 7:658a BW. Werkneemster wilde re-integreren in haar oude functie van Manager Webdevelopment, de functie die zij feitelijk nog had toen zij op 8 januari 2008 uitviel. Intermax Interactive wilde werkneemster doen re-integreren op een van de drie door haar in het kader van de reorganisatie aangeboden alternatieve functies. Vastgesteld moet dan ook worden dat in dit geval de reorganisatie en de re-integratie door elkaar heen zijn gaan lopen en dat partijen over en weer onvoldoende inzicht hebben gehad in het onderscheid daartussen en de verschillende verplichtingen die partijen over en weer jegens elkaar hebben in het geval een reorganisatie en in het geval van re-integratie. Volgens de kantonrechter hebben beide partijen schuld aan het mislukken van de re-integratie in de oude functie van werkneemster. Vervolgens hebben partijen zich gericht op re-integratie zonder duidelijk doel waar dat naar zou moeten leiden en zonder dat door Intermax Interactive is onderzocht of werkneemster na 27 juni 2008 nog arbeidsongeschikt was en op basis van het advies van haar arboarts vasthouden is blijven vasthouden aan haar standpunt dat werkneemster niet wilde meewerken aan haar re-integratie terwijl zij kennelijk niet in staat was enige werkzaamheden te verrichten, als gevolg waarvan de verhoudingen verder verstoord zijn geraakt, hetgeen in overwegende mate aan Intermax Interactive kan worden toegerekend. Deze omstandigheden brengen met zich dat een vergoeding met een factor van ongeveer C=1,5 als passend wordt aangemerkt.