Naar boven ↑

Rechtspraak

Appellante heeft te rekenen vanaf 1983 een affectieve relatie gehad en samengewoond met geïntimeerde in persoon. Geïntimeerde in persoon is op 26 november 2004 overleden. Geïntimeerde in persoon, geboren [in] 1934, was eertijds directeur van Machinery Holding en Pensioen. De door Machinery Holding aan geïntimeerde in persoon afgegeven pensioenbrief d.d. 12 december 1991, hierna te noemen de eerste pensioenbrief, is namens Machinery Holding door geïntimeerde in persoon ondertekend. Geïntimeerde in persoon heeft deze pensioenbrief tevens voor zich in privé tezamen met appellante voor akkoord ondertekend. Appellante vordert nakoming van de pensioentoezegging. In deze procedure komt zij op tegen het oordeel van de rechtbank dat Machinery Holding c.s. - kort gezegd - op grond van artikel 2:256 BW niet aan de door geïntimeerde namens Machinery Holding gedane pensioentoezegging zijn gebonden.

Het hof oordeelt als volgt. Uit de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Machinery Holding, gehouden op 12 november 1993, valt af te leiden dat geïntimeerde in persoon op de voet van artikel 2:256 BW wordt aangewezen tot het opmaken van een nieuwe pensioenbrief, waarin verwerkt dient te worden het besluit dat de pensioenvoorziening voor hem zal ingaan op 62-jarige in plaats van op 65-jarige leeftijd, alsook het op aanwijzing van de fiscus gemaakte addendum op artikel 7-2 van de pensioenbrief. In dat addendum wordt gesproken van 'pensioenen'. Daarmee wordt - anders dan Machinery Holding c.s. ingang trachten doen vinden - onmiskenbaar bedoeld de in de eerste pensioenbrief vermelde pensioenen, waartoe ook het partnerpensioen ten behoeve van appellante behoort. De eerder genoemde aanwijzing van geïntimeerde in persoon strekt zich daarom naar het oordeel van het hof ook uit tot de pensioentoezegging, zoals neergelegd in de tweede pensioenbrief. In overeenstemming met de in deze pensioenbrief belichaamde pensioentoezegging is ook de jaarrekening over het jaar 1994 van Pensioen. De grief slaagt derhalve.

Volgt aanhouding van de zaak.