Rechtspraak
Werknemer is op 1 augustus 1980 bij de Paprikakwekerij in dienst getreden. Relan Pensioen heeft de werknemer - naar aanleiding van diens verzoek om voor een VUT-uitkering in aanmerking te komen - per brief van 13 juni 2002 namens de Stichting Uittreding Werknemers Agrarische Sectoren (SUWAS) medegedeeld (onder meer) dat hij met ingang van 1 juli 2003 voldoet aan de voorwaarden voor een VUT-uitkering en hoe hoog deze uitkering bedraagt. De Paprikakwekerij heeft werknemer meermalen op de voordelen van het gebruikmaken van de VUT-regeling gewezen. Daarbij heeft de Paprikakwekerij opgemerkt dat werknemer 87,5% van zijn salaris zou behouden indien gebruik werd gemaakt van deze regeling. De werknemer heeft per 1 augustus 2003 van de VUT-regeling gebruikgemaakt. De uitkering is echter veel lager dan 87,5% van zijn netto salaris. De werknemer vordert schadevergoeding wegens dwaling. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen, omdat werknemer niet in zijn bewijsopdracht was geslaagd aan te tonen dat de werkgever een hem de uitdrukkelijke toezegging heeft gedaan dat hij na zijn vrijwillig vervroegd uittreden 87,5% van zijn laatstverdiende nettosalaris zou ontvangen. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Uitgangspunt is dat een werknemer moet kunnen vertrouwen op hetgeen de werkgever hem in het kader van overleg over het al dan niet gebruik maken van de VUT-regeling omtrent de hoogte van de VUT-uitkering meedeelt, ook indien - zoal in dit geval - een ander dan de werkgever die uitkering verstrekt. Echter, in dit geval had werknemer zich reeds in 2002 tot de VUT-uitkeringsinstantie SUWAS/Relan gewend en van deze de hierboven genoemde brief van 13 juni 2002 ontvangen met daarin de concrete bedragen (bruto en netto) van uitkering met ingang van 1 juli 2003. Gesteld noch gebleken is dat werknemer reden had om aan de juistheid van die informatie van SUWAS/Relan te twijfelen. Uit de brief van SUWAS/Relan van 13 juni 2002 is eenvoudig af te leiden dat SUWAS/Relan de VUT-uitkering niet berekende op 87,5% van het laatstgenoten netto salaris. Immers, een simpele rekensom maakt duidelijk dat het door SUWAS/Relan in 2002 genoemde netto uitkeringsbedrag wezenlijk lager is dan 87,5% van het toen (in 2002) laatstverdiende netto salaris van werknemer. Het hof is dan ook in de eerste plaats van oordeel, dat werknemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet of niet onder gelijke voorwaarden zou hebben ingestemd met het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2003, indien de Paprikakwekerij hem had geïnformeerd overeenkomstig de door SUWAS/Relan gehanteerde systematiek van het berekenen van de VUT-uitkering, en is het hof, in de tweede plaats van oordeel dat er voor werknemer, in aanmerking genomen de gewraakte mededelingen van de Paprikakwekerij, reden was om nader onderzoek te doen ten aanzien van de hoogte van de VUT-uitkering, zodat de gevolgen van het nalaten daarvan voor zijn rekening moeten blijven. Volgt bekrachtiging vonnis van de kantonrechter.