Rechtspraak
Ex-werknemer is op 1 maart 2004 bij ex-werkgever in dienst getreden. Op 1 maart 2008 is de functie van ex-werknemer om bedrijfseconomische omstandigheden komen te vervallen. Bij de beƫindiging van het dienstverband is het concurrentiebeding mede gelet op de leeftijd van ex-werknemer geschrapt. Het in de arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding is echter in stand gebleven. Ex-werknemer heeft een eigen onderneming opgericht en ontwikkelt een vaatwasdosseerinstallatie volgens een procedure gelijk aan ex-werkgever. Thans vordert ex-werkgever dat ex-werknemer zich aan dit geheimhoudingsbeding houdt en staakt met de verdere ontwikkeling van een vaatwasdoseerinstallatie, alsmede schadevergoeding wegens onrechtmatige concurrentie. Volgens ex-werkgever maakt ex-werknemer namelijk gebruik van kennis die hij bij ex-werkgever heeft opgedaan en schendt hij daarmee het geheimhoudingsbeding.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Ex-werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat ex-werknemer en ex-werknemer BV met gebruikmaking van de door ex-werknemer bij ex-werkgever opgedane kennis, dezelfde vaatwasdoseerinstallatie als door ex-werkgever hebben ontwikkeld, vervaardigd en op de markt gebracht. Aannemelijk is veeleer dat ex-werknemer en ex-werknemer BV hebben aangesloten bij en voortgeborduurd op de ontwikkeling die zich voltrekt in de markt van de vaatwasdoseerinstallaties. Niet gebleken is dat ex-werknemer daarbij het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Evenmin is aannemelijk dat ex-werknemer en ex-werknemer BV onrechtmatig jegens ex-werkgever hebben gehandeld. Daarbij tekent de voorzieningenrechter aan dat eiseres heeft nagelaten het door haar ontwikkelde product door middel van octrooi te beschermen. Het door ex-werkgever gevorderde zal dan ook worden afgewezen.