Rechtspraak
De Gemeente heeft de Stichting Pantar opgericht ter uitvoering van de haar in de Wet Werk en Bijstand (WWB) opgedragen taak. Die taak betreft de bevordering van de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap. Ter uitvoering van die taak heeft Pantar namens de Gemeente met werknemer (52 jaar) een arbeidsovereenkomst gesloten, ingaande per 1 augustus 2007. Werknemer werd te werk gesteld bij de Formulierenbrigade van de gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen (DWI). Daartoe is Pantar met DWI een detacheringsovereenkomst aangegaan. Een geschil tussen werknemer en zijn leidinggevende was voor de Formulierenbrigade aanleiding om hem per 5 maart 2008 te schorsen. Ten vervolge daarop heeft DWI aan Pantar de detachering van werknemer opgezegd. De zoektocht naar een nieuwe functie heeft geleid tot fricties tussen werknemer en Pantar. De voormelde fricties waren voor Pantar aanleiding de salarisbetaling per 18 juni 2008 te beëindigen. Vervolgens heeft de Gemeente - zonder dat zij daartoe een ontslagvergunning behoefde - de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd. Volgens de Gemeente/Pantar zou werknemer passende functies niet hebben aanvaard en niet zijn verschenen op afspraken nadat werknemer arbeidsongeschikt was geworden. Volgens werknemer is dit ontslag kennelijk onredelijk.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Slechts één aspect van de vier door Pantar gegeven ontslaggronden kan de toets der kritiek doorstaan: het was niet terecht dat werknemer de functie van Baliemedewerker DWI heeft afgewezen. Alle andere in de ontslagbrief aan werknemer gemaakte verwijten houden geen stand en zijn deels zelfs gekunsteld. Deze ene tekortkoming van werknemer acht de kantonrechter niet voldoende zwaarwegend als rechtvaardiging voor het hem gegeven ontslag. Gezien de overige omstandigheden zou men eerder zeggen dat Pantar gezocht heeft naar oneigenlijke middelen om zich van werknemer te ontdoen. Mogelijk vindt dat zijn verklaring in het feit dat werknemer zich moeilijk heeft opgesteld - zowel tegenover zijn leidinggevende bij DWI als wellicht ook tegenover Pantar - maar dat is geen excuus. Zeker niet voor een werkgever als Pantar, waarvan de bestaansreden juist is personen in een moeilijke positie verder te helpen op de arbeidsmarkt. Het ontslag moet derhalve als zijnde kennelijk onredelijk worden beschouwd. De gevorderde verklaring voor recht en schadevergoeding worden toegewezen.