Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is op 24 februari 1997 in dienst getreden van Autoplanning. Bij brief van 8 mei 2008 heeft Autoplanning werknemer ontslag op staande voet aangezegd, omdat werknemer betrokken zou zijn bij het oprichten en voeren van een concurrerende onderneming. Autoplanning heeft vervolgens bewijsbeslag gelegd op een aantal zaken van werknemer. Werknemer vordert thans opheffing van het bewijsbeslag. Hiertoe voert werknemer aan dat de grondslag van het beslag is vervallen, doordat Autoplanning de hoofdzaak niet binnen de bij het beslagverlof vermelde termijn van acht weken aanhangig heeft gemaakt. Autoplanning heeft werknemer weliswaar binnen acht weken na beslaglegging gedagvaard in een bodemprocedure, maar die procedure kan volgens werknemer niet worden gezien als eis in hoofdzaak ten aanzien van het onderhavige beslag, zoals bedoeld in artikel 700 lid 3 Rv. Het beslag is gelegd ter verzekering van een door Autoplanning gepretendeerd recht op inzage in gegevens en documenten van werknemer, terwijl Autoplanning bij de dagvaarding in de hiervoor bedoelde bodemprocedure een schadevordering heeft ingesteld. Pas bij vermeerdering van eis d.d. 27 augustus 2008 heeft Autoplanning inzage in de beslagen bescheiden gevorderd. Op dat moment was de termijn van acht weken al lang verstreken. Volgens Autoplanning is met de dagvaarding van 11 juli 2008 een procedure in gang gezet waarin door een rechter ten gronde zal worden beslist over de deugdelijkheid van de vordering waarvoor het conservatoir beslag is gelegd en waarbij de ingestelde rechtsvordering strekt tot een voor tenuitvoerlegging vatbare veroordeling. Aldus is volgens Autoplanning de bodemprocedure tijdig aanhangig gemaakt.

De voorzieningenrechter overweegt dat, nu Autoplanning binnen de daarvoor gestelde termijn een procedure aanhangig heeft gemaakt, waarin het beslag kan worden getoetst en die is gericht op het verkrijgen van een voor executie vatbare titel, niet op voorhand valt uit te sluiten dat de bodemrechter van oordeel zal zijn dat Autoplanning aan het vereiste van artikel 700 lid 3 Rv. heeft voldaan. Een afweging van de wederzijdse belangen moet er voorts toe leiden dat het beslag gehandhaafd blijft. Het in beslag genomen materiaal is gekopieerd en uitsluitend de kopieën zijn door de deurwaarder in bewaring genomen, terwijl het verlof bepaalt dat Autoplanning zelf geen kennis mag nemen van de inhoud van de in beslag genomen informatie. Onder die omstandigheden valt niet in te zien welk belang werknemer op dit moment heeft bij opheffing van het beslag. Volgt afwijzing vordering werknemer.