Naar boven ↑

Rechtspraak

Het gaat in deze zaak, kort gezegd, om het volgende. De leerkrachten, beiden als zodanig in dienst van VPCO, hebben bij verzoekschrift van 25 maart 2002 gevorderd dat VPCO wordt veroordeeld hen in te schalen in schaal 31 van het Bezoldigingsbesluit Onderwijzend Personeel Curaçao 1971 (AB 1973, no.3) en hun te betalen het verschil tussen bezoldiging in schaal 31, trede 7, en hetgeen zij vanaf 25 maart 1997 aan bezoldiging hebben ontvangen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Het GEA heeft bij vonnis van 23 juni 2003 deze vordering toegewezen, voor leerkracht 1 vanaf 1 maart 2002 en voor leerkracht 2 vanaf 26 maart 2002. Het petitum van het verzoekschrift van 25 maart 2002 bevatte een in het dictum van het vonnis (dus) overgenomen vergissing: de leerkrachten waren op die datum ingeschaald in schaal 29 trede 9 (leerkracht 1) resp. schaal 30 trede 17 (leerkracht 2). De vordering had moeten luiden hen in te schalen in schaal 31 trede 9 resp. 17, nu het vast beleid is dat leerkrachten die in een hogere salarisschaal komen, de in de lagere schaal opgebouwde treden “meenemen”. De vorderingen in eerste aanleg en in hoger beroep strekken er in essentie toe, deze vergissing te corrigeren. Het Eilandgebied heeft namelijk, zich houdende aan het vonnis van 23 juni 2003, bij besluiten van het Bestuurscollege (verder: BC) van 1 juli 2005 per maart 2002 leerkracht 1 ingeschaald in schaal 31 trede 7 en leerkracht 2 in schaal 31 trede 13.

Het Hof oordeelt als volgt. Het besluit van het BC van 1 juli 2005 heeft, nu daartegen geen beroep is ingesteld, formele rechtskracht en moet derhalve voor formeel en materieel juist worden gehouden, in elk geval in de relatie tussen VPCO en het Eilandgebied. De door de leerkrachten gevorderde inschaling valt gelijk te stellen met vaststelling van hun salaris, die naar zijn aard aan de toekenning daarvan voorafgaat. VPCO is jegens de leerkrachten wel bevoegd het salaris toe te kennen maar niet om dit vast te stellen; daartoe is slechts (het BC van) het Eilandgebied, in overleg met de Gouverneur, bevoegd. Overigens is VPCO kennelijk niet in staat een hoger salaris te betalen dan door het BC krachtens artikel 38 vastgesteld en krachtens artikel 65 e.v. vergoed. VPCO is door het GEA terecht niet veroordeeld iets te doen waartoe zij jegens het Eilandgebied niet bevoegd is, ook al heeft zij zich in eerste aanleg aan de vordering van de leerkrachten gerefereerd. Volgt afwijzing vordering leerkrachten.