Naar boven ↑

Rechtspraak

De Garage heeft diverse kandidaten voor uitzendvacatures aan Spyker geleverd. Op 4 mei 2006 heeft De Garage werknemer voorgesteld aan Spyker voor de functie van elektronicamonteur. Werknemer is op 16 mei 2006 op sollicitatiegesprek geweest bij Spyker voor de functie van first mechanic Electronics. Hij is voor de functie afgewezen. Werknemer is op 12 juni 2006 evenwel toch bij Spyker in dienst getreden, in de functie van engineering mechanic. De Garage heeft op 3 oktober 2006 Spyker aangeschreven en gesteld dat Spyker verplicht was geweest, op grond van de leveringsvoorwaarden van De Garage, om voor de indiensttreding van werknemer, De Garage daarvan op de hoogte te brengen. Bij deze brief maakt zij aanspraak op een boete conform de boeteclausule, door haar berekend op € 12.495. De rechtbank heeft de vordering toegewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Volgens De Garage leidt het in vaste dienst nemen van een voorgestelde kandidaat als zodanig reeds tot een contractueel recht op betaling van de boete. Het hof volgt De Garage niet in dit betoog. Het karakter van het boetebeding brengt, zoals hiervoor is overwogen, met zich dat De Garage alleen aanspraak heeft op een boete wanneer Spyker toerekenbaar tekortschiet in een, door het boetebeding bestreken, verbintenis uit de overeenkomst tussen partijen. Dat het Spyker niet is toegestaan om een door De Garage aangedragen kandidaat, later, in vaste dienst te nemen, volgt echter niet uit de algemene voorwaarden. De situatie dat een opdrachtgever, buiten De Garage, om een voorgedragen kandidaat in vaste dienst neemt, wordt weliswaar in het boetebeding beschreven, maar in dat beding is niet bepaald dat het een opdrachtgever verboden is om een dergelijke kandidaat buiten De Garage om in dienst te nemen. Mede gelet op de aard van het beding - een boetebeding in algemene voorwaarden - is er geen reden voor een extensieve uitleg van het beding ten gunste van De Garage als de gebruiker van de algemene voorwaarden. Nu niet vaststaat dat Spyker toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van een verbintenis, waarop het door partijen als boetebeding gekwalificeerde beding een boete stelt, is de op dit beding gebaseerde vordering van De Garage reeds om die reden niet toewijsbaar.

Volgt vernietiging van het vonnis van de rechtbank.