Rechtspraak
Werkneemster is op 15 oktober 2007 in dienst getreden bij Serin B.V. In maart 2005 is bij werkneemster de eetstoornis ‘boulimia’ gediagnosticeerd. Op 11 november 2008 is werkneemster volledig arbeidsongeschikt verklaard (in verband met de start van de duidelijk geïndiceerde behandeling, te weten deeltijdtherapie voor 5 dagdelen per week, waarnaast werk of studie werd afgeraden), hetgeen door de bedrijfsarts bij rapportage van die datum (ook) aan Serin B.V. is bevestigd. Serin B.V. is bij vonnis van 2 december 2008 in staat van faillissement verklaard. ACAI heeft een deel van de onderneming overgenomen en aan een groot aantal werknemers een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden. Ook werkneemster is uitgenodigd voor gesprek en aangenomen. Werkneemster heeft ACAI niets verteld over haar arbeidsongeschiktheid. Volgens ACAI heeft werkneemster zich daardoor schuldig gemaakt aan het opzettelijk verzwijgen dan wel plegen van bedrog. ACAI heeft werkneemster daarom op staande voet ontslagen en verzoekt thans voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat het verzoek van ACAI verband houdt met haar arbeidsongeschiktheid en er derhalve sprake is van een opzegverbod tijdens ziekte. Voorts ging werkneemster ervan uit dat ACAI van haar arbeidsongeschiktheid op de hoogte was door mededelingen van haar direct leidinggevende die eveneens was overgegaan c.q. dat ACAI op de hoogte had kunnen zijn door bijvoorbeeld het doen van onderzoek in het personeelsdossier. Van opzettelijk informatie achterhouden is derhalve geen sprake.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De 685-procedure leent zich niet voor uitvoerige bewijsvoering. Derhalve kan in deze procedure niet worden vastgesteld of werkneemster daadwerkelijk bedrog heeft gepleegd. Op deze grond kan de kantonrechter thans derhalve de arbeidsovereenkomst niet ontbinden. Van een verstoorde arbeidsrelatie is niet gebleken. Derhalve zou enkel de omstandigheid overblijven dat werkneemster wordt ontslagen omdat zij ziek is. Daartegen verzet zich echter het opzegverbod tijdens ziekte. Volgt afwijzing van het voorwaardelijke ontbindingsverzoek.