Werknemer (natuurkundige) is in dienst getreden van Krohne NMR. In het kader van een nieuw te ontwikkelen product brengt werknemer octrooien in ruil voor 25% van de aandelen van het project, waarvan hij statutair directeur is. Krohne houdt de andere 75%. In 2006 wordt werknemer door de AVA ontslagen wegens het niet behalen van de gestelde doelen. Volgens werknemer is sprake van een kennelijk onredelijk ontslag. Volgens hem zien de doelstellingen wel bereikt en is het ontslag gezien de gevolgen te ingrijpend.

De rechtbank oordeelt als volgt. In de arbeidsovereenkomst wordt als doel gesteld dat het product (de flowmeter) 27 maanden na aanvang van de werkzaamheden voldoet aan de eis dat de nauwkeurigheid van 5% of minder is. In dat geval zal fase twee van het ontwikkelingprogramma en de verdere commerciële exploitatie plaatsvinden. Als Krohne NMR werknemer heeft ontslagen omdat dit resultaat niet is behaald is dat in beginsel gerechtvaardigd. Of de arbeidsovereenkomst daarmee kenmerken krijgt van een resultaatsverbintenis is niet van belang, aangezien beide partijen dit kennelijk zo hebben gewild. Naar het oordeel van de rechtbank heeft werknemer niet aangetoond dat deze doelstelling is behaald. Zodoende is er geen sprake van een valse reden. Wat het gevolgencriterium betreft oordeelt de rechtbank als volgt. Werknemer heeft kort na het ontslag een nieuwe dienstbetrekking gevonden. Hij heeft een ondernemingsrisico genomen en helaas aan het kortste einde getrokken. Dat hij zijn octrooien nu moet terugkopen tegen een hoge prijs, komt voor zijn risico. De vorderingen uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag worden afgewezen.