Rechtspraak
Het geschil betreft de uitleg van een terugbetalingsbeding in de arbeidsovereenkomst tussen advocaatpatroon en diens advocaatstagiaire De patroon vordert in conventie wettelijke rente over door de stagiaire reeds terugbetaalde opleidingskosten plus bepaalde kosten. In reconventie vordert de stagiaire o.a. restitutie van opleidingskosten. De kantonrechter stelt vast dat beide partijen ‘boter op het hoofd’ hebben. In conventie: Het voor toewijzing van wettelijke rente alsmede kosten noodzakelijke verzuim treedt, indien de betrokken advocaten hun geschil aan de Deken voorleggen, eerst in indien de partij die door de Deken tot betaling geadviseerd wordt en daarmee gelet op haar opstelling en/of handelwijze (hier: de daarna gedane betaling) ook blijkbaar heeft ingestemd, met de voldoening van het betreffende bedrag binnen een redelijke termijn in gebreke blijft. In reconventie: Uit de formulering van de ‘terugbetalingsformule’ als vervat in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst vloeit voort dat een vertrek van de stagiaire evenzeer als vrijwillig moet worden aangemerkt indien sprake is van een aanbod door de patroon dat hem (de stagiaire) ‘te mager’ voorkomt (geen plaatsing in de maatschap). Volgt afwijzing van beide vorderingen onder compensatie van kosten.