Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster is op 1 juni 1993 in dienst getreden van Carint in de functie van avond-nacht en weekend functionaris centrale meldpost. In 2005 is tussen Carint en werkneemster overeengekomen dat zij voortaan enkel nog tussen 7.00 en 20.00 uur van maandag tot en met vrijdag zal worden ingeroosterd. Met ingang van januari 2008 is een nieuwe CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg, hierna ook CAO VVT, in werking getreden. In deze CAO is in artikel 5.1 lid 5 de 55+ regeling opgenomen. In deze regeling is bepaald dat aan de werknemer van 55 jaar of ouder geen nachtdienst, bereikbaarheids-, aanwezigheids-, of consignatiedienst wordt opgedragen tussen 23:00 uur en 07:00 uur. Carint bericht werkneemster dat zij naar aanleiding van deze nieuwe CAO-bepaling voortaan op andere tijden en dagen zal worden ingeroosterd. Werkneemster vordert naleving van haar afspraken met Carint. Volgens haar zijn deze afspraken onderdeel geworden van haar arbeidsovereenkomst en niet nietig in de zin van artikel 12 WCAO, daar de afspraken gunstiger zijn voor werkneemster.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Veelal staat een CAO een individuele arbeidsvoorwaarde toe die voor een werknemer gunstiger is dan de CAO-bepaling. Echter, indien een CAO, althans het beding dat tussen partijen in debat is, een standaardiserend karakter heeft mag het “gunstigheidsbeginsel” niet worden toegepast. Dat de CAO VVT in beginsel een standaard CAO is blijkt uit artikel 1.3. Daarin staat, dat, tenzij daarin anders is bepaald, het de werkgever niet is toegestaan af te wijken van de bepalingen van de CAO. Evident is dat in de tekst van artikel 5.1 lid 5, waarom het in dit geval gaat, de werkgever geen ruimte geboden wordt om een andere regeling toe te passen dan in dit artikel voorgeschreven. Die ruimte zou als uitzondering expliciet gegeven moeten worden omdat artikel 1.3. de CAO in beginsel tot een standaard CAO maakt. De conclusie is onontkoombaar, al dient die in het kader van een kort geding procedure voorwaardelijk te zijn, dat Carint verplicht is de werk- en rusttijden regeling van de nieuwe CAO op eiser toe te passen. Duidelijk is dat artikel 5.1 lid 5, door het verschuiven van het instemmingsvereiste met diensten als in het artikel genoemd van 20.00 uur naar 23.00 uur een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden van eiser tot gevolg heeft. Die verslechtering is echter niet zodanig dat naar redelijkheid en billijkheid eiser niet aan deze bepaling zou kunnen worden gehouden.

Volgt afwijzing vordering werkneemster.