Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is op 15 mei 2006 bij (de rechtsvoorgangster van) Trigion in dienst getreden voor onbepaalde tijd. Werknemer had een leidinggevende functie. Op de arbeidsovereenkomst zijn de CAO Particuliere Beveiliging (hierna: de CAO), de Interne Instructies Trigion Beveiliging (hierna: de Interne Instructies) en het zakboek Safety & Security van Amsterdam Airport Schiphol (hierna: het Zakboek) van toepassing. In de Interne Instructies staat opgenomen dat werknemer zich te allen tijde conformeert aan het rookbeleid van de opdrachtgever. In het Zakboek staat uitdrukkelijk dat roken is verboden. Naar aanleiding van signalen over mogelijk drugsgebruik onder het personeel, heeft Trigion een onderzoek ingesteld. In dat kader is op 11 februari 2009 werknemer gehoord. Werknemer heeft verklaard wel eens te roken op verboden plaatsen alsmede niet altijd collega's aan te geven die roken. Werknemer benadrukt echter dat hij geen drugs gebruikt Werknemer is vervolgens op staande voet ontslagen. Werknemer vordert wedertewerkstelling en loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft niet betwist dat hij bekend was van de geldende voorschriften zoals neergelegd in de Interne Instructies en het Zakboek ten aanzien van roken en dat de werkgever op grond van artikel 31 van de CAO een disciplinaire maatregel kon opleggen bestaande uit schorsing, eventueel gevolgd door het verbreken van het dienstverband. Hij was er dan ook van op de hoogte, althans behoorde rekening te houden met de mogelijkheid, dat roken op plaatsen waar dat niet is toegestaan tot ontslag op staande voet kon leiden. Nu werknemer zelf rookt op plaatsen waar dat is verboden en voorts als ploegleider zijn medewerkers niet aanspreekt op hun rookgedrag, zijn deze omstandigheden gelet op het karakter van het werkterrein van werknemer, voldoende reden om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Het ontslag is derhalve terecht verleend.

Volgt afwijzing vordering werknemer.