Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer (69 jaar) is op 1 oktober 1995 voor onbepaalde tijd bij Mampaey Marine Technology B.V. in dienst getreden. Partijen hebben er voor gekozen om de arbeidsovereenkomst na het bereiken door werknemer van de 65-jarige leeftijd voort te zetten, ondanks het feit dat de cao bepaalde dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege tot een einde zou komen op genoemde datum. Werknemer heeft in mei 2008 een aneurysma van de aorta gehad, als gevolg waarvan zijn been moest worden geamputeerd. Sedert dien is verweerder arbeidsongeschikt. Mampaey Marine Technology B.V. verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aangezien de arbeidsovereenkomst krachtens de CAO bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd is geëindigd, kan gesteld worden dat er sprake is van een beëindiging in de zin van artikel 7:667 lid 1 BW. Ingevolge artikel 7:668 lid 1 BW geldt dan nadien een arbeidsovereenkomst van telkens ten hoogste één jaar, omdat het een voortzetting zonder tegenspraak betreft. Artikel 7:667 lid 4 BW mist hier toepassing, omdat een beëindiging van rechtswege gelijk kan worden gesteld aan rechtsgeldige opzegging of ontbinding. De opeenvolgende (vier) tijdelijke contracten van een jaar leiden niet tot conversie (7:668a BW) daar bij cao is afgeweken van de ketenregeling. Op grond van het voren overwogene geldt er geen ontslagverbod en kan de gevraagde ontbinding worden uitgesproken. Omdat de arbeidsovereenkomst op 8 juli 2009 van rechtswege zou eindigen, zal in redelijkheid een vergoeding worden opgelegd van 1 maandsalaris inclusief 8% vakantietoeslag afgerond op € 3.275.