Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemers hebben in 2005 hun taxionderneming verkocht en geleverd aan L.L. van Dienst Goudswaard Beheer B.V. (hierna: Van Dienst). In de koopovereenkomst is afgesproken dat werknemers in loondienst treden van Van Dienst en is tevens een concurrentiebeding opgenomen. Het concurrentiebeding verbiedt werknemers een soortgelijke onderneming te drijven in onder meer de Hoeksche Waard. In de afzonderlijke arbeidsovereenkomst is eveneens een concurrentiebeding opgenomen. Op 11 november 2008 is Van Dienst failliet verklaard en heeft de curator de arbeidsovereenkomsten met werknemers opgezegd. De curator heeft uit de failliete boedel van Van Dienst diverse activa aan RTA verkocht. Sinds 2009 drijven werknemers weer een taxibedrijf en zijn zij in ieder geval werkzaam in de Hoeksche Waard. RTA stelt zich op het standpunt dat het concurrentiebeding uit de koopovereenkomst tussen werknemers en Van Dienst bij cessie is overgegaan op RTA. RTA vordert nakoming van het concurrentiebeding. Werknemers stellen zich op het standpunt dat het concurrentiebeding niet prestatiegebonden maar persoonsgebonden is en daardoor niet overdraagbaar is op RTA en voorts dat RTA geen arbeidsovereenkomst met werknemers heeft gesloten.

De rechter oordeelt als volgt. Dat het vorderingsrecht uit het concurrentiebeding naar haar aard niet overdraagbaar zou zijn, is dan ook niet gebleken. Ingevolge artikel 3:94 BW wordt een recht op naam geleverd door een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de personen tegen wie het recht kan worden uitgeoefend. Werknemers hebben niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat het vorderingsrecht uit het concurrentiebeding rechtsgeldig aan RTA is geleverd door de daartoe bestemde akte en de mededeling daarvan aan werknemers. Contractsoverneming in de zin van artikel 6:159 BW is daarvoor, anders dan werknemers stellen, niet vereist. Verkoop van het vorderingsrecht is ook mogelijk. Gelet op het vorenstaande zijn werknemers dan ook in beginsel jegens RTA gehouden aan het bij akte van 16 december 2005 neergelegde concurrentiebeding. De gevorderde staking van de concurrerende handelingen onder dwangsom wordt derhalve toegewezen.